Reageer

De Ploeg

Wereldverbeteraars zijn het, de oprichters van Weverij de Ploeg uit Bergeijk. Socialisten, anarchisten en communisten die na de Eerste Wereldoorlog een landbouwkolonie beginnen in Best. Alles in collectief bezit van de arbeider. Weg met het kapitalisme, leve de arbeider! Toch is niet iedereen enthousiast. In Bergeijk wacht hun een welkom van protesterende boze boeren met rieken tegen de ‘bolsjewieken’ in hun dorp. Stenen door de ruiten van het Ploeggebouw.

Kolonisten in Bergeijk

In Bergeijk nemen enkele kolonisten uit Best een vegetarisch herstellingsoord en een kleine weverij over. Ze zetten een handel in huishoudtextiel op. Het rustoord en de weverij blijken na een paar jaar niet rendabel en worden opgeheven waardoor de in- en verkoop van huishoudelijk textiel overblijft. Piet Blijenburg (die later ‘de vader’ van De Ploeg wordt genoemd) halen ze binnen als vertegenwoordiger. ‘Je belooning is dezelfde als die van ons allen. De grootste zal zijn medearbeiders uit het kapitalistische systeem vrij te maken’, zo krijgt hij te horen.

In 1923 richten ze de Coöperatieve Productie- en Verbruiksvereeniging ‘De Ploeg’ op. Vanuit zijn woonplaats Krommenie bezoekt Blijenburg klanten in de regio. De verkoop van het huishoudtextiel neemt snel toe en ze voegen steeds meer woningtextiel toe aan hun collectie.

Eigentijdse ontwerpen

In eerste instantie selecteert Blijenburg ruitdessins van fabrikanten in binnen- en buitenland. Zij produceren de stoffen en leveren die aan Bergeijk. Vanaf circa 1928 laat De Ploeg ook stoffen weven op basis van eigen ontwerpen. Freelancers, waaronder Gerrit Adriaans en Jo Köhler, ontwerpen nieuwe ‘eigentijdse’ dessins, met name kleurige blokruitjes. Frits Wichard sluit zich aan bij de coöperatie. Hij blijkt een zeer productieve dessinontwerper die tot zijn pensioen in 1972 bij de Ploeg blijft. Wie welke stof ontwerpt registreren ze niet, want zoals het een echte coöperatie betaamt, zijn persoonsnamen niet relevant. Het is de coöperatie De Ploeg die verantwoordelijk is voor het eindproduct.

Design voor de arbeider

Blijenburg laat zich bij de samenstelling van de collectie woningtextiel adviseren door kunstenaars en architecten, vertegenwoordigers van nieuwe kunststromingen als Bauhaus, De Stijl en Het Nieuwe Bouwen. De sobere Ploegcollectie – eenvoudig en met toepassing van primaire kleuren – sluit goed aan bij hun ideeën over moderne woninginrichting. De Ploegstoffen zijn kwalitatief goed en voldoen aan ‘de eenvoudige eisen van goeden smaak’. Populaire stoffen in deze periode zijn onder andere de Ploegruitjes en de Colora (streepdessin). In de jaren '30 blijft de verkoop stijgen en komt het accent in de collectie steeds meer op woningtextiel te liggen. Hoewel de doelgroep van De Ploeg de arbeidersklasse is, vinden zij het moderne interieur en de sobere Ploegstoffen te eenvoudig en te duur. In ideologisch gelijkgezinde kringen zijn de stoffen daarentegen wel in trek.

Het Spectrum

Wanneer de oorlog uitbreekt, ontstaat een gebrek aan grondstoffen. Diverse weverijen kunnen geen stoffen meer leveren aan De Ploeg en de handel stagneert. Het Spectrum wordt opgericht ‘ter verbetering van het interieur en het ten goede beïnvloeden van de publieke smaak.’ Ze maken biezenproducten en kleine houten meubels. Hoewel bedoeld als tijdelijke onderneming gaan ze ook na de oorlog door omdat de opdrachten blijven binnenstromen. Met de komst van meubelontwerper Martin Visser in 1954 beleeft de productie zijn hoogtepunt.

 

Een eigen weverij

Na de oorlog komt een lang gekoesterde wens in vervulling: de oprichting van een eigen weverij. Hoewel in 1937 de coöperatienaam gewijzigd is in ‘Coöperatieve Weverij en Textielwarenhandel  De Ploeg’, is de weverij er tot dan toe alleen in naam. De voormalige sigarenfabriek De Hofnar in Bergeijk bouwen ze om tot weverij van meubelstoffen. Grote meubelmerken als Gispen, Pastoe en Artifort worden vaste afnemers van de Ploegstoffen.

Uitbreiding naar kledingstoffen

Na de oorlog vindt op grote schaal sociale woningbouw plaats. In de jaren ’50 bereikt de omzet van De Ploeg een recordhoogte. De vooroorlogse idealen over moderne woninginrichting dringen nu door bij een bredere laag van de bevolking. Huishoudtextiel wordt uit de collectie gehaald en naast de woningtextielcollectie worden kledingstoffen toegevoegd. Het weven en bedrukken van de gordijn- en kledingstoffen besteedt De Ploeg grotendeels uit aan andere weverijen. Hoewel de verkoop zich voornamelijk concentreert op de Nederlandse markt, wordt er vanaf de jaren ’50 ook woningtextiel geëxporteerd.

Een nieuwe fabriek

Omdat het financieel voor de wind gaat wil De Ploeg uitbreiden. Blijenburg benadert architect Gerrit Rietveld, pionier van het Nieuwe Bouwen, om een nieuwe fabriek te ontwerpen. Blijenburg: ‘Bij De Ploeg wordt gedroomd van een schone, eigentijdse architectuur van de fabriek, waarin aan de mens die er werkt, de beste verblijfscondities worden verschaft die bij het werk mogelijk zijn. Daar de werkplaats de plaats is waar de mens het grootste deel van zijn leven bewust doorbrengt, is deze zorg vanzelfsprekend.’ Rietveld ontwerpt een moderne fabriek, met veel licht en ruimte, waarbij de voor- en achtergevel grotendeels uit glas bestaat. Het omliggende park, waar de werknemers kunnen lunchen en wandelen in de pauze, wordt ontworpen tuin- en landschapsarchitecte Mien Ruys.

De Ploeg in de jaren '50 en '60

De nieuwe Ploegfabriek krijgt geen feestelijke opening. Veel afnemers zijn namelijk in de veronderstelling dat De Ploeg de hele collectie zelf produceert. De Ploegdirectie wil ze graag in die waan laten; een bezoek aan de nieuwe weverij zou ze op andere gedachten kunnen brengen.

Met de nieuwe fabriek wordt in 1957 de coöperatie een NV, om het voortbestaan van De Ploeg in de toekomst veilig te stellen. Een daaraan verbonden stichting wordt in het leven geroepen om de continuïteit van de oorspronkelijk idealen en doelstellingen van de oude coöperatie te waarborgen.

Naast de vaste ontwerpers (Frits Wichard en Nico Daalder) werken ze voornamelijk met freelancers en stagiaires, meestal afkomstig van (kunst)academies. In 1963 viert De Ploeg haar 40-jarig jubileum met een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Piet Blijenburg, de ‘vader’ van De Ploeg, heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en maakt zijn vertrek als directeur bekend.

Recessie en overname

Door de economische recessie en de toenemende concurrentie gaat het vanaf begin jaren ’70 financieel bergafwaarts met De Ploeg. Saneringen, interne reorganisaties en directiewisselingen zijn het gevolg. Met het vertrek van Blijenburg, de leidende en stuwende kracht van het eerst uur, is ook het idealisme verdwenen. Het laatste jubileum, ter ere van haar 75-jarig bestaan, viert De Ploeg in 1989 wederom in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Twee jaar later neemt Vescom het bedrijf over en in 2007 sluit de fabriek haar deuren. Artex blaast in 2009 het label De Ploeg nieuw leven in.

Na jarenlange leegstand neemt in 2017 de Bergeijkse firma Bruns haar intrek in de fabriek, na een uitgebreide renovatie van het rijksmonument.

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.