Vlisco
Het Parijs van Afrika, zo wordt Helmond ook weleens genoemd. Dankzij de kleurrijke, bedrukte stoffen van Vlisco, sinds 1970 de merknaam van de in 1846 opgerichte katoendrukkerij ‘P.F. van Vlissingen & Co’. Ruim 350.000 dessins hebben ze inmiddels op hun naam staan.
P. Fentener van Vlissingen & Co
Jan Willem Sutorius staat aan de oorsprong van Vlisco’s historie. Begin negentiende eeuw begint hij aan de oude stadsgracht in Helmond een kleine textieldrukkerij. Na zijn dood neemt zijn zoon de drukkerij over en sluit in 1843 een associatie met de welgestelde Amsterdamse ondernemer Pieter Fentener van Vlissingen. Afstammeling van een van de rijkste stedelijke regentenfamilies uit de Gouden Eeuw. De katoendrukkerij richt zich vooral op zakdoeken, dekenkatoen, spreien en meubelstoffen. In 1846 neemt Pieters zoon, die ook Pieter heet, de katoendrukkerij helemaal over en gaat verder onder de naam: P. Fentener van Vlissingen & Co. Samen met zijn compagnon Jan Matthijsen gaat hij handbedrukt textiel produceren voor de verkoop in binnen- en buitenland.
Vraag naar batik
Ze hebben een speciale tekenafdeling met ervaren dessinateurs uit Duitsland, Frankrijk en Zwitserland die de dessins ontwerpen. Een oom wijst Pieter op de grote vraag naar goedkope katoenen, gebatikte kledingstoffen in Nederlands-Indië, waar hij woont. De productie van handgeschilderde batikstof is zeer tijdrovend en dus duur. De stofstalen van de originele batiks, die ze toegestuurd krijgen uit Java, proberen ze zo goed mogelijk te imiteren. Het lukt ze om deze imitaties machinaal te vervaardigen, hetgeen een stuk goedkoper is. Rond 1852 exporteren ze de eerste imitatie batikstoffen naar Nederlands-Indië.
De export verloopt voorspoedig, hoewel ze in de loop der jaren steeds meer concurrentie van lokale producenten krijgen. Zeker na de uitvinding van de Tjap in 1870, een koperen stempel waarmee textiel sneller en goedkoper kan worden gedrukt. Ze breiden de productie uit om tegen lagere kostprijzen te kunnen produceren en gaan op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Inmiddels hebben de twee zonen Van Vlissingen en Matthijsen dan het bedrijf overgenomen.
Nieuwe markt in West-Afrika
Over hoe Vlisco op de West-Afrikaanse markt terechtkwam doet een hardnekkig verhaal de ronde. In Nederlands-Indië is een tekort aan soldaten ontstaan voor het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL). De Nederlandse regering werft daarom in (het huidige) Ghana sterke, gezonde mannen. Tussen 1831 en 1872 verscheept ze ruim 3.000 Afrikaanse rekruten naar Nederlandse-Indië. Als de soldaten na hun diensttijd terugkeren naar huis, nemen ze de imitatie batikstoffen mee. Historisch onderzoek levert geen bewijs voor het verhaal, maar mooi is het wel.
Feit is wel, dat Vlisco zeker in 1876 al imitatiebatik exporteert naar West-Afrika. Dat is niet toevallig, want ons land heeft al sinds de dagen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) handelscontacten in die regio. Afrikaanse handelaars verkopen de stoffen op de markt aan consumenten, of aan andere handelaars die ze weer op andere markten verkopen. De dessins worden aangepast aan de Afrikaanse markt. De stoffen worden er al snel heel populair.
Vernieuwing en uitbreiding
Met bijna 600 werknemers is 'P.F. van Vlissingen & Co' rond 1900 het grootste bedrijf van Helmond. In 1911 bouwen ze langs de Zuid-Willemsvaart in het zuidelijkste deel van het park van het kasteel van Helmond een nieuwe moderne fabriek van gewapend beton. Zo’n moderne fabriek naast het sprookjesachtige middeleeuwse kasteel is aanvankelijk niet zo’n probleem, maar wordt later veel Helmonders een doorn in het oog.
Een nieuwe druktechniek, de wasdrukmachine, doet zijn intrede waardoor nog betere imitaties gemaakt kunnen worden. Deze wasdruk, ook wel waxprint genoemd, lijkt door het craquelé net echt handwerk. Bovendien kan de dubbelzijdig bedrukte stof nog met stempels worden nabewerkt, zodat iedere lap een uniek karakter krijgt.
'P.F. van Vlissingen & Co' wordt in 1916 een NV en gaat naar de beurs. Als enkele jaren later concurrent de Haarlemsche Katoen Maatschappij wordt geliquideerd kopen ze 42 koperen drukrollen met succesvolle Haarlemse dessins. Plaatselijke kunstenaars ontwerpen ook regelmatig nieuwe dessins. Met de komst van de nieuwe directeur Jan Fentener van Vlissingen in 1923 stijgt het aantal nieuwe batikdessins in de collectie in recordtempo. Hij lanceert elk seizoen een nieuwe kleurrijke collectie met 21 stoffen in 14 kleurvarianten.
Succes in West-Afrika
Na de Tweede Wereldoorlog volgt de onafhankelijkheid van Indonesië en stagneert de handel naar de Oost. Afrika wordt nu de belangrijkste afzetmarkt. De dessins worden aangepast aan de wensen van de Afrikaanse consument. De export naar West-Afrika blijkt een commerciële, maar vooral ook artistieke, voltreffer. Helmond krijgt hierdoor de naam het ‘Parijs van Afrika’.
Begin jaren zestig telt het bedrijf in Helmond bijna 4.000 werknemers. In 1964 fuseren ze met andere textielbedrijven en gaan onder de naam Texoprint verder. Pas in 1970 voeren ze de merknaam Vlisco in, verwijzend naar J.P. Fentener van Vlissingen & Co.
Nadat Texoprint werd omgedoopt in Gamma Holding N.V. krijgen de werkmaatschappijen weer een eigen naam. In 1970 voeren ze voor de Helmondse fabriek de merknaam Vlisco in, verwijzend naar J.P. Fentener van Vlissingen & Co. Dit merk wordt steeds populairder in Afrika. De kleurrijke dessins, ontworpen door Nederlandse ontwerpers, vallen in de smaak bij de welvarende Afrikaanse vrouw. Voor de West- en Centraal Afrikaanse vrouw is de kledingstof van Vlisco een exclusief luxeproduct waarmee ze kan pronken. Vaak staan er dan ook auto's, iPods of dollartekens op de prints. Maar de 'Guaranteed Dutch wax' stoffen dragen soms ook een boodschap uit. Zo kleden vrouwen die trots zijn op hun kennis en scholing zich met stoffen van het ABC, waarop schoolborden, meetlatten en boeken zijn afgebeeld. Sinds 2006 heeft Vlisco in Afrika zelfs een aantal Flagshipstores en Vlisco-boutiques. Vlisco als modelabel wordt belangrijker in de marketing van de stoffen. Maar in 2010 neemt de Londense investeringsmaatschappij Actis Capital Vlisco over. In 2016 viert Vlisco zijn 170-jarig bestaan.
Een ongewisse toekomst
De concurrentie uit China en de economische- en oliecrisis in West-Afrika blijven voor financiële kopzorgen zorgen. Daarbij komt dat de Afrikaanse millennials een stuk minder enthousiast zijn over Vlisco dan hun moeders. De zelfbewuste jongeren vinden de stof niet ‘echt’ Afrikaans en associëren het met kolonialisme.
Actis wil Vlisco in 2018 eigenlijk van de hand doen, maar geeft het bedrijf nog drie jaar uitstel.
Reacties
Grappig, in de jaren 70 brachten mijn ouders uit Afrika een originele doek mee uit Afrika. Er op stond Made in Helmond of Holland, dat weet ik niet meer precies. Nu snap ik het, met dank aan het verhelderende artikel.
Vlisco staat bij de nogal saaie effen gordijnen in het huis. Vlisco is echter bekend door zijn kleurrijke stoffen. Volgens mij maakte ze ook geen gordijnen. Gordijnen werden in Helmond gemaakt bij Raymakers. Zij zijn bekend om hun velours gordijnen. Het bedrijf bestaat nog steeds en velours is nog steeds een van hun belangrijkste producten.
Wat leuk Carla, dat ons verhaal heeft mogen bijdragen aan het oplossen van dit 'mysterie'. :)
Bedankt voor je reactie Egbert, ik ga dit meteen doorgeven aan mijn collega's om in te duiken. Ik denk dat de kleur van de gordijnen moeilijk is aan te passen, maar het verhaal daaromheen kan dat wel degelijk.
Dag Egbert,
Dat is een goed punt dat je aanstipt. In het verhaal wordt ook helemaal geen gewag gemaakt van gordijnen, dus de koppeling met het gordijn in de woonkamer is vreemd.
We nemen dit mee voor de volgende update van de site; dan gaan we voor dit verhaal een meer logische koppeling zoeken.
Inmiddels is de koppeling tussen het verhaal van Vlisco en het gordijn in de woonkamer losgelaten. Daar hangt nu dus het verhaal van Raymakers achter.
Mooi dat het BHIC aandacht besteedt aan 'ons' Brabants textielverleden, maar blijkbaar dus nog niet helemaal bekend met het naadje van de kous. Gordijnen & Vlisco: nee dus, hoewel ze dus wel o.a. wandbespanning hebben gemaakt en hun stoffen vast ook als gordijnen zijn gebruikt (de foto uit 1931 lijkt dat ook te bevestigen). Ik heb de Wikipediapagina van Vlisco onlangs maar weer aangepast, maar dat is natuurlijk wel wat te gemakkelijk om daarnaar te verwijzen voor mogelijke correcties. Over het gebouw 1911, in een deel van de voormalige kasteeltuin: niet vanwege brandgevaar maar omdat het bedrijf toen van de kasteelheer een stuk grond kon kopen kwam men tot deze betonnen nieuwbouw die vooral diende als magazijn en voor lichte werkzaamheden, niet voor de echte productie. Van een doorn in het Helmonds oog toen: is mij niets bekend. Dat veranderde toen het kasteel en vooral de tuin publiek domein werd (na 1918) en de gemeenteraad rond 1950 een deel verkocht aan de Vlisco voor een nieuwe uitbreiding, het gebouw 1953, gezwicht voor het werkgelegenheidsargument. Een deel van het openbare groen werd in de ogen van sommigen zo verkwanseld.
17 november zendt Omroep Brabant een tweede aflevering uit in de serie over Brabants industrieel erfgoed met daarin dus de Vlisco
Dat de populariteit van de waxprint in West Afrika verbonden is aan de terugkeer van Afrikaanse KNIL soldaten (de zgn Belanda Hitam) is een hardnekkig mythe. Hoewel het een prachtig verhaal is dat in het verleden ook door medewerkers van Vlisco werd verspreid, zijn er inmiddels verschillende auteurs die constateerden dat het niet door feiten wordt ondersteund. Zo stelt Ineke Kessels in haar publicatie "Zwarte Hollanders' dat er geen enkele aanleiding is om aan te nemen dat de terugkerende soldaten over voldoende financiën beschikten om zulke kostbare stoffen te kopen. Bovendien weten we dat Aziatische stoffen, waaronder batiks, al eeuwen eerder circuleerden in de trans-Sahara handel.
Een mooi verhaal dus, dat letterlijk te mooi is om waar te zijn.
Beste Giel en Karin, heel erg bedankt voor jullie correcties en aanvullingen bij ons verhaal over Vlisco. Het zijn dermate grote wijzigingen dat we er graag goed naar willen kijken. We gaan dit dan ook zeker aanpakken.
Dank voor de tip over de uitzending van Omroep Brabant, Giel. Het programma heet Gebruikte Stenen. Het thema over Vlisco, uitgezonden op 17 november, begint na ongeveer 8:15 minuten.
Naar de voorgestelde aanpassingen gaan we kijken.
Dank, nogmaals voor alle correcties en opmerkingen. We hebben die inmiddels in het bovenstaande verhaal verwerkt.
Toch efkes wat kleine punten op de i:
-de overname in 1846 gebeurt door Pieter II, zijn vader die zich eind 1843 met Petrus Antonius Sutorius heeft geassocieerd is dan overleden.
-Deze nieuwe vennootschap draagt de naam PF van Vlissingen en comp.; kortom: JP in de tekst: veranderen
-Een colorist ontwerpt geen dessins. die is CTO om in hedendaagse termen te blijven. Voor de dessins zijn dessinateurs verantwoordelijk.
Zie verder ook de betreffende pagina op Wikipedia
Bedankt voor die puntjes, Giel. Zoals je kunt zien hebben we de tekst aangepast.