Hofnar
'Pitje-patje-poeh, wie voor een dubbeltje sigaren koopt, krijgt een pijpje toe'. Met deze spreuk lokt Johannes Heesterbeek elke zondag na de mis de heren kerkgangers. Naast de ingang van de kerk in Valkenswaard slijt hij zijn zelfgemaakte sigaren. En met succes, ze vallen in de smaak onder de zondagse kerk- en cafébezoekers. Het is het begin van Hofnar, dat uitgroeit tot een van de grootste sigarenfabrieken van Nederland.
Heesterbeek & Co
Johannes is een thuiswerker. Een boer die naast zijn werkzaamheden op de boerderij thuis ook nog sigaren maakt. Rond 1880 verkoopt hij een deel van zijn vee om een eigen sigarenfabriekje te beginnen in Valkenswaard. Veel heb je daar niet voor nodig, enkel tabak en wat eenvoudig gereedschap zoals een paar mesjes, een rollertje en schaartje en een potje plaksel om het dekblad vast te hechten. Eind negentiende eeuw zijn er dan ook duizenden van dit soort sigarenfabriekjes in De Kempen. En bestaat een groot deel van de arbeiders uit kinderen die het voorwerk doen.
In Alex Wolters, zoon van een bierbrouwer, vindt Johannes in 1911 zijn compagnon. Alex neemt de zakelijke leiding op zich en samen gaan ze verder onder de naam ‘Heesterbeek & Co’. Er werken dan zo’n 40 mensen. Ze produceren merken als ‘De Oude Valk’, ‘Vrede’ en ‘De Zakkenroller’. De zaken gaan zo goed dat de fabriek al snel te klein is en er uitgebreid moet worden.
Inspiratie uit de opera
Die uitbreiding vinden ze in het naburige Bergeijk, waar ze hun intrek nemen in een klein, oud, stoffig fabriekje. Hier werken de sigarenmakers zittend op kistjes, schouder aan schouder aan een lange tafel. Hoewel het een beetje geestdodend werk is, is het vaak wel gezellig en wordt er volop gekletst. Dat er ook vrouwen werken is voor meneer pastoor een doorn in het oog is. Als ze in 1930 niet verder kunnen uitbreiden sluiten ze deze fabriek.
In 1919 brengen ze een bezoek aan het theater waar de opera ‘Rigoletto’ van Verdi wordt opgevoerd, met in de hoofdrol een hofnar. De opera maakt zo’n diepe indruk op beide heren dat ze bij thuiskomst besluiten er twee sigaren naar te vernoemen. ’Rigoletto' en ‘Hofnar’ blijken een schot in de roos en lopen vanaf het begin als een trein. Soms produceren ze wel een miljoen stuks per week. Daarnaast produceren ze onder andere ook de Bouquet (2 cent per stuk, voor de armere mensen), de Carlton (voor 8 cent) en heel veel bolknaks, een grote torpedovormige sigaar. Het merk Hofnar wordt zo bepalend dat de naam van de fabriek in 1933 wordt veranderd in N.V. Hofnar Sigarenfabrieken. De olijke hofnar, die een oogje dichtknijpt is nu het beeldmerk. 'Hofnar een vorstelijke sigaar' en 'Hofnar nooit fijner gerookt', luiden de slogans.
Massaproductie
Enkele jaren later overlijdt Heesterbeek en neemt Wolters de zaak over. Door de gevolgen van de economische crisis stijgt de vraag naar goedkopere sigaren. Om hieraan te voldoen komen er steeds meer machines in de Hofnar fabriek. Het handwerk maakt plaats voor mechanisatie. Zo groeit Hofnar uit tot een van de grootste sigarenfabrieken van Nederland. De sigaar is een massaproduct geworden. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog werken er zo’n 1100 mensen bij Hofnar. Behalve voor de binnenlandse markt exporteren ze ook naar Nederlands-Indië, België, Letland, Estland en Zuid Afrika.
Aan die export komt een einde als de oorlog uitbreekt. De sigarenproductie ligt nu nagenoeg stil. Om het personeel werk te verschaffen produceren ze matten en bezems uit stro en buntgras en houten speelgoed. Maar op zeker moment houdt dit alles ook op.
Het doek valt
De Amerikanen brengen niet alleen vrijheid, maar ook sigaretten. Na de oorlog breekt daardoor een zware tijd aan voor de sigarenfabrikanten. De jongere generatie vindt de sigaar oubollig en kiest massaal voor de sigaret. Tevens voert de overheid hoge accijnzen op tabak in. Het aantal sigarenfabrieken in Brabant daalt in ongeveer twintig jaar tijd van 2500 naar 100.
Na het overlijden van Wolters in 1954 komt de zakelijke leiding in handen van mensen zonder hart voor de sigarenzaak. De directiekamer wordt bevolkt door mensen uit andere sectoren, zoals de textiel en de wijn, met nauwelijks kennis over het sigaren maken. Elke vijf jaar wisselen zij van wacht, hetgeen gepaard gaat met vele gouden handdrukken.
Vanaf eind jaren zeventig brengt Hofnar de productie over naar Ierland, waar de lonen zo’n 40 procent lager liggen. Ondanks pogingen om de sigaren te moderniseren sluit Hofnar in Valkenswaard in 1990 definitief zijn poorten.
In 2008 verschijnt er een nieuwe lijn sigaren van het merk Hofnar op de markt. Op het voormalige fabrieksterrein in Valkenswaard is nu cultureel centrum De Hofnar gehuisvest.
Reacties
Wat een ontzettend gaaf verhaal. Jacobus Heesterbeek is mijn overgrootvader. Mijn oma Maria Heesterbeek is zijn dochter. En mijn vader, Jacques Leemans, is haar zoon. Helaas is mijn vader vorig jaar gestorven. Wat zou hij trots geweest zijn na het lezen van dit mooie verhaal! Dank. Ik zou u best eens willen spreken over de inhoud.
Mvgroet Esther Leemans
Beste Esther, dank je wel voor dit mooie compliment. Dit compliment telt voor ons eigenlijk dubbel omdat je vertelt dat je vader er zo trots op geweest zou zijn. Dat is mooi om te mogen lezen. Degene die dit verhaal heeft geschreven is niet bij ons werkzaam, maar heeft deze verhalen in opdracht gemaakt. Mocht je echter toch graag met een van ons over dit verhaal willen praten en heb je aanvullingen bij dit verhaal, dan kan dat hoor. We horen graag of je daar nog behoefte aan hebt. Met vriendelijke groeten,
Mariët
Esther Leemans en Sabine Ticheloven zijn buiten de website om in contact met elkaar.
Een heel mooie samenvatting van een verhaal waar ik ook al veel mocht horen vertellen door mijn vader Toine Lathouwers (helaas overleden in 2021 op 97 jarige leeftijd). Johannes Jacobus Heesterbeek was de broer van mijn overgrootmoeder Johanna Maria Heesterbeek. Zowel mijn grootmoeder, grootvader en mijn eigen vader waren werkzaam in de sigarenfabriek.
Wat een bijzondere rol heeft de sigarenfabriek in jullie familie ongetwijfeld gespeeld, Ria. Hartelijk dank voor je reactie. Heeft je vader weleens verteld hoe hij het werken in de fabriek heeft ervaren?
Stukje uit de memoires van mijn vader Toine Lathouwers…
Hij werd op 4 december 14 jaar.
Vanaf 5 december 1938 begon ik te werken in de Hofnarsigarenfabriek in Valkenswaard. Een nieuwe periode in mijn leven was hiermee begonnen.
Ik was loopjongen en sjouwer en diende de meisjes aan de machines te bevoorraden. Ook moest ik al eens tabak afstropen en deze bladeren opleggen.
Dagelijks fietste ik samen met mijn vader van Achel naar Valkenswaard en terug. Door weer en wind en soms veel kou over een zanderig fietspaadje. En als het winter was en de weg onberijdbaar werd dan dienden we de steenweg over Borkel en Schaft te nemen of ongeveer 14 km enkele reis en let wel....in korte broek (ik dan toch)! En broer Gerard, steeds een verwend jongetje, kwam altijd wat achterop. Het duurde niet lang of ik kende de oorzaak van zijn achterop komen, want hij deed aan rokkenjagerij bij de andere fabrieksmeisjes uit België. En onze pa had daar geen erg in..
’s Middags boterhammetje eten bij de grootouders
Soms kreeg ik al eens een halve gulden of zo en dan was ik de koning te rijk want ik kreeg eigenlijk thuis geen zondagsgeld. Soms kreeg ik thuis wel enkele frankskes om snoep te kopen maar dat was dan ook alles. Maar we waren content, we wisten niet beter en we dachten dat het zo wel hoorde...
Mijn grootouders waren voor die tijd echt welstellende mensen. Ze bezaten toen al vijf huizen en hadden toentertijd ook een beetje café omdat er in Valkenswaard veel soldaten ingekwartierd lagen. Uit goede bron vernam ik dat mijn grootvader erg arm was toen hij huwde, maar dat grootmoeder uit een welstellende familie kwam.
Mijn vader schreef zijn memoires van geboorte tot zijn overlijden.
Erg interessant.
Vriendelijke groeten
Wat bijzonder om zulke mooie, persoonlijke memoires van je vader te hebben, Ria! En ook dat hij ze heel zijn leven lang heeft bijgehouden. Bedankt voor het delen van zijn herinneringen aan zijn tijd bij de sigarenfabriek.
Ik heb een verzegelde rode doos met 25 Hofnar Bouquet sigaren. Was van mijn opa.
Koste toen 21 gulden en er staat een code 532 op.
Hoe kan ik achterhalen van welk productie jaar dit is?
Bijzonder dat je nog zo'n doos hebt staan! Ik heb zelf geen idee of en hoe je sigaren kan dateren. Maar misschien dat iemand die in sigaren gespecialiseerd is je wel kan helpen, zoals iemand die bij een tabak- of sigarenwinkel werkt.
Ik ben Frans van Ham, Lid van heemkundekring weerderheem te Valkenswaard, Zit in de groep Valkenswaard in oorlogstijd. De foto die men heeft toegevoegd is en zijn niet de Hofnar fabrieken. Dit zijn de drie sigarenfabrieken in de Karel Mollenstraat.
De hofnar sigarenfabriek in de Bakkerstraat is vrijwel zonder schade gebleven.
Heel goed dat je dit aangeeft, Frans! Ik ga je opmerking doorgeven aan één van mijn collega's en hij gaat er binnenkort naar kijken. Hartelijk dank voor je reactie!
Je hebt helemaal gelijk, Frans. Hartelijk dank voor de correctie. We hebben de foto vervangen.
De weduwe van Heesterbeek laat in 1935 een woning in Roosendaal bouwen. Ga naar
https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/cornelis-meyvis-van-timmerman-to…
Dat was een mooi optrekje, Willem! Hartelijk dank voor de verwijzing naar dit verhaal.