De verbreiding van het katholieke geloof was erg belangrijk. Niet alleen voor de Kerk, ook voor de gelovigen. Veel Brabantse gezinnen telden wel een priester, frater, broeder of zuster onder hun kinderen. Een aantal van die religieuze mannen en vrouwen vertrok naar de missie.
Witte Paters en Witte Zusters, Missionarissen van Mill Hill en vele andere religieuzen vertrokken naar het buitenland, vaak voor zeer lange tijd. En niet alleen om zieltjes te winnen, ze waren er ook werkzaam in bijvoorbeeld de gezondheidszorg, het onderwijs en in wat later ontwikkelingswerk zou gaan heten.
Met missie naaikringen, met de verkoop van missiekalenders en andere acties werden zij ondersteund vanuit het vaderland. Wie herinnert zich niet de inzameling van de aluminium capsules van melk- en vlaflessen? Ook de opbrengsten van Kindheidsoptochten waren voor de missie bestemd. Die optochten waren bedoeld als een kinderkruistocht van gebed en aalmoezen (...), om voor de heidenkinderen in China en andere missielanden de genade van het H. Doopsel te verwerven, heet het in de Katholieke Encyclopedie.
Behalve de missionarissen en missiezusters waren er veel religieuzen die dichter bij huis bleven. In Noord-Brabant waren ruim 130 kloosterorden en -congregaties gevestigd, sommige contemplatief en sterk naar binnen gericht, andere maatschappelijk actief. Hun invloed op de Brabantse samenleving in de eerste helft van de twintigste eeuw kan dan ook moeilijk worden overschat.
Wil je meer weten over de zusters, paters, fraters en broeders in Brabant, kijk dan op Wierook wijwater & worstenbrood.
Reacties
Op de lagere school (jaren zestig) kregen wij een tijdschriftje van Sparrendaal, als ik me niet vergis. Daar zaten missiepaters. Van de inhoud herinner ik me niets meer. Volgens mij werd er in de klas om abonnementen geworven.
Dat tijdschriftje herinner ik me ook, Ad. Je kreeg het volgens mij in de klas uitgereikt als je een abonnement had. En ook ik heb geen idee meer wat erin stond.