De gaswinning in Nederland is in de jaren '10 van de 21e eeuw vaak in het nieuws. Zorgen over de negatieve effecten op het landschap vervangen de euforie bij de ontdekking van het aardgas in de jaren '50. Voordat we massaal overstapten op aardgas werd er gas gewonnen uit steenkool. Het ook wel stadsgas genoemde goedje werd gefabriceerd, opgeslagen en verspreid door lokale gasfabrieken.
Het is 1873 als een aantal van deze stadsgasfabrieken samenkomen in de 'Vereniging van Gasfabrieken in Nederland' (VGN). Zo'n 30 jaar later zijn er meer dan 130 bedrijven bij aangesloten. Om het gebruik van gas te promoten en om ervoor te zorgen dat het veilig gebruikt kan worden, stelt de vereniging een aantal eisen op.
Voor gasfornuizen komt er een lijst met 39 punten. Wanneer een apparaat daaraan voldoet mag het het VGN keurmerk dragen. Een paar van die eisen zijn:
- Branders moeten op 15% van hun volle capaciteit, ofwel klein, afgesteld kunnen worden.
- Overkokende etenswaren moeten in een emaillen bodemplaat worden opgevangen.
- Ovens moeten binnen een bepaalde tijd op 280 graden Celsius te brengen zijn.
- En ovens mogen niet over een maximaal verbruik heen bij het vasthouden van 230 graden Celsius.
Fornuizen van Etna
Eind jaren 30, vlak voor de oorlog verschijnt er een nieuw merk fornuis. Het K.O.G. merk is een samenwerkingsverband van een aantal VGN gasfabrieken en fornuizenmakers. Ze willen een topkwaliteit fornuis op de markt zetten en daarom voegen ze nog een paar eisen toe aan de bestaande keurmerk-regels:
- Het fornuis moet keurig van vorm en uiterlijk en prachtig geëmailleerd zijn.
- Naast de 4 kookbranders en de oven moet het apparaat ook voorzien zijn van een speciale extra brander om een tweetal gasstrijkijzers te kunnen verwarmen.
- De oven moet in elk opzicht perfect zijn omdat, zo schrijft de Tilburgse verkoper Kraanmans, "het zelfbakken in de oven sterk toeneemt".
Behalve dat een K.O.G. fornuis een kwalitatief hoogwaardig apparaat is wordt de nadruk gelegd op de lokale fabricage. De crisis ligt nog vers in het geheugen en, zo valt te lezen in een folder van het Tilburgse Gasbedrijf, het aanschaffen van zo'n prachtig Nederlands fabrikaat steunt de Nederlandse arbeider in de strijd om het bestaan. Er is niet maar één fabriek die de fornuizen maakt. Een aantal door Nederland verspreide fabrikanten van keukenapparatuur hebben zich bij het initiatief aangesloten. In Breda is dat de Etna. Tegenwoordig wordt deze methode bijzonder vaak toegepast. We noemen het nu white labeling. Een fabrikant maakt spullen zonder merk en een supermarkt, winkelketen of andere afnemer zet er het eigen logo op.
Een K.O.G. fornuis kon vlak voor de oorlog al aangeschaft worden voor 2 gulden en 95 cent per maand voor een periode van 24 maanden. Wie een goede spaarpot had en 63 gulden in één keer op tafel kan leggen, bespaarde 7 gulden 80.
Over op aardgas
Tijdens de tweede wereldoorlog ligt de productie nagenoeg stil en ook na de oorlog, wanneer grondstoffen schaars zijn, staat het initiatief op een laag pitje en worden Nadat men eind jaren 50 de gasbel in Slochteren ontdekt, neemt het gebruik van stadsgas af en wordt massaal overgestapt op aardgas. De stadsgasbedrijven sluiten en worden gesloopt. Het laatste K.O.G. fornuis is dan al lang en breed van de band gelopen.